pasen en trappen
|
Oefening 1 |
|
|
Doelstelling |
: Het schietend raken van een doel |
|
Niveau |
: E-pupillen 1e en 2e jaars |
|
Aantal spelers |
: 4 spelers |
|
Duur |
: 15 minuten |
|
Veldafmetingen |
: 15x5 meter scoorvak 2x2 of 3 meter |
|
|
|
|
Uitleg organisatie Vanaf de plek tussen de markeringshoedjes probeert men de bal in het vierkant (het scoorvak te schieten. De speler aan de overkant staat achter het scoorvak. De bal wordt bij het markeringshoedje gelegd. De bal moet in het scoorvak (2x2) geschoten worden en moet daarbinnen stil blijven liggen. Wanneer de bal stil ligt mag deze door een andere speler eruit gehaald worden en mag naar de andere kant dribbelen om ook een poging te wagen. De speler die eerst drie punten heeft gescoord is winnaar en mag zijn markeringshoedje naar achteren leggen om vervolgens opnieuw te schieten. De speler aan de andere kant blijft doorspelen met zijn eigen serie. |
|
|
Organisatie
|
|
|
Aandachtspunten De trainer zal de volgende aandachtspunten duidelijk aan moeten geven. Tip daarbij is: Praat zoveel als mogelijk in, voor de spelers, begrijpelijke taal. Gebruik hier dus geen voetbaltermen.
|
|
|
Oefening 2 |
|
|
Doelstelling |
: Het schietend raken van een doel |
|
Niveau |
: E-pupillen 1e en 2e jaars |
|
Aantal spelers |
: 4 spelers |
|
Duur |
: 15 minuten |
|
Veldafmetingen |
: 15x5 meter scoorvak 2x2 of 3 meter |
|
|
|
|
Uitleg organisatie Vanaf de plek bij het markeringshoedje dribbelt de speler naar het poortje en schiet de bal naar de speler in het kaatsvak. Wanneer de bal daar is, schiet de speler in het kaatsvak de bal in het scoorvak aan de overkant. |
|
|
Organisatie
|
|
|
Aandachtspunten Voor de dribbelaar Zoveel snelheid aan de bal meegeven dat die kan worden weggespeeld naar het kaatsvak
Voor de kaatser Zo positie kiezen ten opzichte van bal dat die gemakkelijk kan worden tegengehouden. Op tijd verplaatsen naar de aankomende bal zodat deze gemakkelijk in het scoorvak geschoten kan worden. |
|
