partijvorm
Partij 1 |
|
Doelstelling |
: Het leren samenspelen |
Niveau |
: F-pupillen 1e jaars |
Aantal spelers |
: 6 - 12 spelers |
Duur |
: 15 minuten |
Veldafmetingen |
: kwart oefenveld 20 x 25 meter |
|
|
Uitleg organisatie Verdeel de ploeg in 2 groepjes. Bij de 1e jaars pupillen gaat het erom dat ze eerst de (basis) spelregels moeten leren. Begin daarom met een standaard partij en leg spelenderwijs de spelregels uit. Let erop dat het woordgebruik aansluit bij dat van de jonge spelers. Als je iets uitlegt zorg er dan voor dat je op gelijke hoogte bent met de jonge speler (blijf dus niet staan maar ga door de knieƫn. Stop het spel niet onnodig vaak maar probeer tijdens de partij te corrigeren. Het kan overigens geen kwaad om de spelers af en toe op de gewenste positie neer te zetten. |
|
Organisatie
|
|
Aandachtspunten De trainer zal de volgende aandachtspunten duidelijk aan moeten geven. Tip daarbij is: Praat zoveel als mogelijk in, voor de spelers, begrijpelijke taal. Gebruik hier dus geen voetbaltermen.
|
Partij 2 |
|
Doelstelling |
: Het leren samenspelen en aanleren lange pass (schieten op doel). |
Niveau |
: F-pupillen 1e jaars |
Aantal spelers |
: 6 - 12 spelers |
Duur |
: 15 -20 minuten |
Veldafmetingen |
: kwart oefenveld 20 x 25 meter |
|
|
Uitleg organisatie Verdeel de ploeg in 2 groepjes. OP 2 of drie velden wordt 4 tegen 4, 3 tegen 3 of 2 tegen 2 gespeeld. Stimuleer het schieten van afstand en leg de nadruk op het overspelen en vrijlopen (weg van de tegenstander bij balbezit). |
|
Organisatie
|
|
Aandachtspunten De trainer zal de volgende aandachtspunten duidelijk aan moeten geven. Tip daarbij is: Praat zoveel als mogelijk in, voor de spelers, begrijpelijke taal. Gebruik hier dus geen voetbaltermen.
|